Figuurnaden maken is op zich niet moeilijk. Als je maar werkt met een goed patroon, waarop ze duidelijk worden aangegeven. Op knippatronen zijn de figuurnaden altijd aangegeven. Het is daarom vooral belangrijk dat je ze hierop goed aangeeft en niet vergeet ze over te nemen.
Stik vanaf de bovenkant of zijkant van de stof en laat het stiksel heel geleidelijk uitlopen tot de punt, totdat de naald van de stof ‘afwandelt’.
Stop dan, maar hecht niet af. Trek de draden een stukje door en knip ze op ongeveer 10 cm na af. De draadeindjes kun je dan met een dubbele knoop aan elkaar vastmaken. Doe de draad in de handnaald en steek de naald in de figuurnaad. Trek de naald door zodat de draad wordt verstopt in de figuurnaad. Hierdoor krijg je het mooiste resultaat en kan het stiksel van de figuurnaad later niet meer openspringen.
Er zijn mensen die afhechten door met de naaimachine nog een paar steken ‘in zijn achteruit’ dubbel te stikken. Hierdoor zal het stiksel evenmin snel los raken. Bij een dikkere stof zal dat over het algemeen geen probleem zijn, maar bij een dunne stof kan dit dubbele stiksel bobbelig worden en aan de buitenkant zichtbaar zijn.
Hierna wordt de figuurnaad gestreken of – afhankelijk van de stof – geperst. De naad kan in zijn geheel naar links of rechts worden gestreken, maar kan ook worden plat geperst.
0 Reacties op "Figuur- en coupenaden stikken"